Officierscasino

Het woord Casino is geleend uit het Italiaans en betekent letterlijk 'feestgebouw'. In de Nederlandse militaire luchtvaart betekent het woord officierscasino: een legeringsgebouw voor officieren waar bovendien voorzieningen zijn getroffen om te kunnen eten, baden, studeren en recreëren. Het gebouwencomplex gesitueerd aan de Kampweg nummer 1 te Soesterberg, dat thans bekend staat als het 'officierscasino', heeft een geschiedenis die teruggaat tot de Duitse bezetting. De in 1913 opgerichte Luchtvaartafdeling, voorloopster van de Koninklijke Luchtmacht, beschikte ook reeds over een casino, maar dat gebouw stond op een andere locatie, namelijk vlak bij de hoofdingang van het toenmalige Vliegkamp Soesterberg. Het werd in 1916 in gebruik genomen en deed dienst tot de Duitse inval.

Het huidige officierscasino aan de Kampweg vindt zijn oorsprong in de eerste maanden na de Duitse inval van mei 1940. De Soesterbergse vliegheide werd na de capitulatie van het Nederlandse leger in snel tempo getransformeerd tot een Duitse bommenwerperbasis. Al in het eerste bezettingsjaar vertrokken vliegtuigen van de Luftwaffe van Fliegerhorst Soesterberg om doelen in Groot-Brittannië te bombarderen.

In het dorp zelf werd begin 1941 langs de Kampweg in opdracht van de Duitsers begonnen met de bouw van een zogenaamd Wehrmachtsheim. Het oorspronkelijk T-vormige, uit baksteen opgetrokken gebouw vormt thans één van de schaarse, nog overgebleven 'monumenten' die de Duitse bezetter in Nederland heeft aangelegd. Dit voor Nederland unieke bouwwerk, een schoolvoorbeeld van de destijds gangbare nazi-bouwstijl, heeft enerzijds grote architectuurhistorische waarde en vormt anderzijds een bijzondere herinnering aan, of zo men wil waarschuwing voor de periode van de Duitse bezetting. Het verhaal wil dat dit gebouw door Göring aangeboden werd aan Flieger General Christiansen. Musolini leverde uit Italië het marmer, dat in dit gebouw verwerkt is.

Nadat het gebouw op 13 november 1941 officieel door de hoogste militaire bezettingsautoriteit Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden, General der Flieger F.C. Christiansen in gebruik was gesteld, fungeerde het de rest van de bezettings­periode als Werhmachtsheim. In de wandelgangen werd ook wel van Soldatenheim gesproken. De voornaamste functie van het complex was die van 'militair tehuis'. Als zodanig bood het de nabij Soesterberg gelegerde Duitse militairen tal van ontspanningsmogelijkheden. Het Soesterbergse Wehrmachtsheim had onder meer de beschikking over diverse gelagkamers, eetzalen en een heuse kegelbaan in het souterrain. In dit uit dik beton opgetrokken souterrain bevonden zich voorts ook een wapenkamer, twee luchtbeschermingsschuilkelders en een gasbeschermingsschuilkelder.

In de grote theaterzaal van het hoofdgebouw werden diverse voorstellingen, concerten en gastoptredens verzorgd door bekende orkesten en artiesten. Voorts werden er (propaganda-)films vertoond en lezingen georganiseerd, waarop zogeheten Frontredner toespraken afstaken met een sterk propagandistisch karakter. Deze lieden verhaalden over hun ervaringen aan de frontlijn. Ook Nazi-wetenschappers deden hun zegje en bespraken thema's als de zin van de Russische veldtocht. Dit soort voordrachten stond doorgaans bol van de politieke indoctrina­tie en had tot doel de Duitse militair de 'juiste' ideologische kijk op de gang van zaken in te prenten.

In mei 1945 viel het complex praktisch ongeschonden in Geallieerde handen. Nadat de Canadese bevrijders waren vertrokken, kreeg het leegstaande gebouw vanaf september 1945 een nieuwe bestemming, als KLM-internaat voor vliegers, boordwerktuigkundigen en verschillende employés. De KLM had in deze periode een enorm tekort aan gespecialiseerd personeel en trachtte dit tekort te bestrijden door in hoog tempo zelf personeel op te leiden. Een belangrijk deel van de opleidingen vond plaats in KLM-internaten. Het Soesterbergse internaat bestond slechts een jaar. In die korte tijd werd maar liefst 325 man opgeleid voor de bovengenoemde functies.

In 1946-1947 werd in het nabij gelegen Huis ter Heide de Villa Dijnselburg grondig verbouwd en getransformeerd tot KLM-internaat. De 'Bedrijfsschool Dijnselburg' nam vervolgens een deel van de Soesterbergse opleidingen over en voorzag de KLM vanaf 1947 van technisch geschoold grondpersoneel. De opleiding van KLM-vliegers werd elders ondergebracht.

Inmiddels werd het voormalige Soldatenheim in Soesterberg gebruikt als Hoofdgebouw van de Vliegmedische Dienst. Deze bestemming behield het tot 1953, toen de dienst verhuisde naar een nieuw gebouw dat eveneens aan de Kampweg is gesitueerd. Vanaf 1953 heeft het complex zijn huidige functie, namelijk legering van (luchtmacht) officieren van de Vliegbasis Soesterberg en omgeving. Omdat de legeringruimte al snel tekort schoot, bouwde men in 1953 de noordwestelijke vleugel aan het hoofdgebouw. Na verloop van tijd was ook die extra vleugel niet meer toereikend om alle Soesterbergse officieren te kunnen huisvesten. In 1982-1983 werd daarom naast de noordwestvleugel een geheel nieuw legeringsgebouw aangelegd, waardoor er definitief een einde kwam aan de problemen op het gebied van de huisvesting.

De grote theaterzaal is na de oorlog voor een scala van activiteiten gebruikt. Zij deed onder meer jarenlang dienst als zogenaamde garnizoensontspanningszaal waar voor de militairen uit de omgeving artiesten optraden en speelfilms werden vertoond. Tevens werd de zaal onder meer benut voor beëdigingen, (internationale) militaire conferenties, concerten, galabals, diners, tentoonstellingen en zelfs locale fancy fairs en tombola's.

Sponsoren